26

Na mijn studie bedrijfseconomie lag de wereld voor me open. Wat zal ik eens gaan doen? Het aangeboden management-traineeship bij een grote voedselproducent, de baan bij dat vermaarde werving en selectiebureau, kwaliteitsmanager bij Redland Dakproducten of misschien toch die baan in het grootste academisch ziekenhuis van Nederland? Ik koos voor het laatste: zo’n grote en complexe organisatie wilde ik wel eens van binnen zien.


Als HRM-adviseur was ik onder andere verantwoordelijk voor het opstellen van functie- en formatieplannen. Dat hield in, dat ik bij elke grote of kleine reorganisatie in het Erasmus MC aanschoof bij medisch afdelingshoofden en managers om hun afdeling te beschrijven en functies in te delen.


Zo ging ik ook langs bij het medisch afdelingshoofd chirurgie. Niet de eerste de beste, naar bleek. Eerst moest zijn status bevestigd worden. Dat hield in: een half uur op de gang wachten zonder dat daar enige reden voor was, waarna ik werd binnen gelaten door de secretaresse die mij in een ongemakkelijke, lage stoel liet zitten in afwachting van de komst van de professor. Vijf minuten later beende de beste man binnen en ging recht tegenover mij zitten in een hoge, bruinlederen knopenfauteuil. Nog voordat ik me goed en wel had kunnen voorstellen stak hij van wal. “Meneer De Jong, luister! In mijn afdeling heb ik louter topvoetballers rondlopen. En topvoetballen verdienen een topsalaris. En ú gaat daarvoor zorgen! Hebt u dat begrepen?”.


Uiteraard moest ik hem teleurstellen. Ik kwam

immers geen salarissen uitdelen, maar functies

beschrijven en wegen. Dit eerlijke antwoord

werd me niet in dank afgenomen. Ik zou nog

wel van hem horen.


Ik leerde dat de werkelijkheid zich niet altijd liet

vangen in objectieve criteria en meetinstrumenten.

Sterker nog: het leidde soms tot tragische voorvallen. Zoals de medewerker bij de niersteenvergruizer die al 20 jaar in het ziekenhuis werkte en volgens zijn leidinggevende zo langzamerhand toch wel recht had op een hogere functieschaal. Echter, de machines waarmee hij zijn werk deed bleken inmiddels zo geavanceerd dat zijn functie door mij juist lager werd ingeschaald. Het leidde tot een slepende bezwaarprocedure die eindigde in de rechtzaal. Zijn leidinggevende had dit hele traject kunnen voorkomen door de man voor te dragen voor een uitloopschaal of een gratificatie toe te kennen. Maar dat weigerde hij. Dat kon wel eens precedenten scheppen en daar zat hij niet op te wachten. Bovendien zou dat op zijn budget drukken. Een functieschaal hoger zou hem juist extra budget (en meer status!) opleveren. Na een half jaar procederen stelde de rechter mij in het gelijk. Een zure overwinning.